Dat is geen smaldoek
dat is niet gering, geen kleinigheid, vrij duur. In de 17de eeuw bij Winschooten, bl. 264: „Smaldoek, doek, of linden, dat smalder is, als ander doek: en hier van het spreekwoord (dog oneigendlijk genoomen) als men wil zeggen, dat iets uit geen bekrompe beurs gedaan is: ten is geen smaldoek, wat je meend!” Vgl. nieuwere uitdr. als dat i...