dan
dan - Bijwoord 1. een tijdstip in de toekomst ♢ Het is morgen de twaalfde. Hij zei dat hij dan zou komen. 2. daarna, vervolgens ♢ Eerst gaat hij ontbijten, dan gaat hij de krant lezen. 3. een woord zonder duidelijke betekenis ♢ Heeft...
Alles over bitcoin, cryptovaluta en de blockchain
Nederlandstalige WikiWoordenboek
dan - Bijwoord 1. een tijdstip in de toekomst ♢ Het is morgen de twaalfde. Hij zei dat hij dan zou komen. 2. daarna, vervolgens ♢ Eerst gaat hij ontbijten, dan gaat hij de krant lezen. 3. een woord zonder duidelijke betekenis ♢ Heeft...
Het Instituut voor de Nederlandse Taal is een breed toegankelijk wetenschappelijk instituut op het gebied van het Nederlands.
bij- en koosnaam van de Ierse wielrenner Daniel Martin (Cannondale-Garmin).
Nederlands woordenboek voor onderwijs
dan - bijwoord, voegwoord 1. na dat andere ♢ eerst tanden poetsen en dan naar bed 2. op die tijd ♢ tot vanmiddag, dan praten we verder! 1. tot dan! ...
instituut voor de Nederlandse taal
Dan, bij- en koosnaam van de Ierse wielrenner Daniel Martin (Cannondale-Garmin).
Encyclopedie voor Zelfstudie
Het judo kent zeven graden: wit, geel, oranje, groen, blauw, bruin en tenslotte zwart, die te herkennen zijn aan de kleur van de band die de judoka om het middel draagt. In de hoogste graad, het zwart, maakt men weer onderscheid tussen verschillende klassen: eerste dan, tweede dan, enz. De hoogste klasse hierbij is de tiende dan.
Nederlandse encyclopedie
I. bw., 1. op een toekomstig tijdstip dat tevoren aangeduid is of uit het verhaal blijkt: morgen hebben we vakantie, dan gaan we naar Scheveningen; hij schreef mij dat hij dan en dan zou komen, op die (door hem genoemde, maar nu door mij verzwegen) tijd; tot dan, tot die tijd; nu en dan, van tijd tot tijd;ook: in de genoemde omstandigheid: als de b...
Friesch woordenboek
adv., dan; nu en —, út en troch, altomets, by nou en by dan; conj., as.
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
I. bw., 1. op dat toekomstig tijdstip dat tevoren aangeduid is of uit het verband blijkt: morgen hebben we vacantie, dan gaan we naar Scheveningen; — hij schreef mij, dat hij dan en dan zou komen, op die (door hem genoemde, maar nu door mij verzwegen) tijd ; — tot dan, tot die tijd; — nu en dan, van tijd tot tijd; — ook : in...
Kleine Winkler Prins van A-Z
één der stammen van Israël, beschouwd als nakomelingen van Jacobs vijfde zoon, uit het huwelijk van de stamvader met Bilha.
M. J. Koenen's Verklarend handwoordenboek
1 bw. (op die tijd; daarna): zult gij er - zijn? eerst ik en - gij; modaal bijw. hij had - toch maar gelijk; ga - toch weg; 2 vgw. (1 behalve; 2 als [vgw. van vergel.]; 3 maar): 1 er was niemand - ik; 2 Jan is kleiner - Piet; 3 de dokter werd geroepen, - het was te laat.
Encyclopedie voor Iedereen
een der 12 Joodsche stammen, genaamd n/d zoon v. Jacob.
25 delen, uitgegeven 1933-1939. Uitgeverij Joost van den Vondel te Amsterdam.
Dan - 1°zoon van Jacob, geboren uit de slavin Bala. 2°De stam Dan (Oude Test.) kreeg bij de verdeeling van Canaan het gebied tusschen Ephraïm, Benjamin, Juda en de Middellandsche Zee. Het gelukte den Danieten echter niet, hun geheele gebied te veroveren (Jud. 1.34), zoodat zij zich met de streek rondom Saraä en Esthaol moesten tev...
Geschreven onder redactie van theoloog F.W. Grosheide, 1925-1931
I. Zoon van Jacob bij Bilha. De naam beteekent rechter (Gen. 30 : 6). Met zinspeling hierop verzekert hem de zegen van Jacob (49 : 16 v.), dat hem, hoewel van een dienstmaagd geboren, toch ook de eer van het rechterambt ten deel zal vallen. Deze voorspelling is vervuld in Simson (Richt. 13 : 2). Toch vermoedt Jacob ook, dat de stam zelf, als Simso...
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
DAN, bw. op dien (tevoren aangeduiden) tijd: morgen hebben we vacantie; dan gaan we naar Scheveningen; — vervolgens, daarna: eerst werken, dan spelen; — bovendien, daarbij hij bezit twee huizen in de stad en dan nog een lief buitentje; — in dit (te voren aangeduide) geval: hij is getrouwd en dan kan men niet doen wat men wil; &...
Handwoordenboek van Nederlansche Synoniemen 1898
zie Als.
Nederlandse encyclopedie
Dan is de naam van één der 12 zonen van den aartsvader Jacob en van Rachel's dienstmaagd Bilha. De naar hem genoemde stam trok met ruim 60.000 strijdbare mannen over de Jordaan en ontving, volgens de beschikking van Jozua, zijn grondgebied aan de Middellandsche zee, ten oosten van Benjamin en Juda, ten noorden van Ephraïm, en ten zuiden van Simeon....
Geographisch-woordenboek
1) rivier in Noord-Amerika, ontspringt in Noord-Carolina op de Blue Ridge, en valt in Virginië na eenen loop van 40 mijlen in den Roanoke. — 2) Dan, of Laïs, stad ; zie DAN (de stam) hierboven en het art. LAÏS.
Kiliaans Etymologicum Teutonicae Linguae
1. Tunc, tum. germ. dan, den, do: ang. than, then. 2. Igitur, ergo: & Ac, quam, atque. & Nisi, praeterquam. & Inde, postea, tum. gal. doncques: ital. dunque.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.