Wat is de betekenis van dallesdekker?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

dallesdekker

(1890) (Barg.) oorspronkelijk: een grote, nieuwe jas die over oude, armoedige kleren wordt aangetrokken (in toneelkringen van de 19de eeuw eveneens `een kledingstuk, dat bij gebrek aan een ander voor allerlei gelegenheden gebruikt wordt'). Vandaar een spottende benaming voor een armoedzaaier. Vgl. Frans argot: 'cache-misère'. • Dallesde...

2024-04-26
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

dallesdekker

(mooie) overjas of mantel; armoedzaaier In 1890 voor het eerst opgetekend, in een bijdrage over ‘Tooneeltaal’ in het tijdschrift Onze Volkstaal, als een ‘Joodsch’ woord, met als toelichting: ‘Een dalles dekker, een kleedingstuk, dat een acteur of actrice bij alle mogelijke gelegenheden gebruikt, bij gebrek aan een ander.’ Vervolgens i...

2024-04-26
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

dallesdekker

(< dalles, armoede + dekken, bedekken + -er), 1. mooie jas om er de daaronder zittende schamele kleren mee te verhullen, cache-misère: ENDT; 2. (meton.) armoedzaaier: ‘Zorgt-ie nou nog voor jou en de kindere?’ Ze schudde ontkennend ’t hoofd. ‘Zoo’n zwerver, zoo’n smerige dallesdekker!’ HERMUS 217....

2024-04-26
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Dallesdekker

spottend voor nieuwe (of goede) overjas overoude (slechte) kleren gedragen; overgegaan in de Nederlandse volkstaal.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dallesdekker

m. (-s), overjas, mantel;

2024-04-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

dallesdekker

m. armoedzaaier.

2024-04-26
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Dallesdekker

Wijde mantel, waaronder men zijn armoedige onderkleeding verbergt. Dalles (joodsch woord) is armoede.

Gerelateerde zoekopdrachten