dakruiter
Een dakruiter is een kleine spitse toren op de viering van een kerk; soms op de nok van een zadeldak.
Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)
Een dakruiter is een kleine spitse toren op de viering van een kerk; soms op de nok van een zadeldak.
P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)
Een torentje, meestal van hout, met een spits of koepel, dat op de nok van een gebouw lijkt te rijden. De Groninger dakruiters bekronen dikwijls kerken die geen toren bezitten (bijv. Breede, Leegkerk, Stitswerd). In een aantal gevallen (bijv. Holwierde, Oldenzijl, Oostemieland, Westeremden, Wirdum) vervangt een dakruiter een afgebroken stenen toren...
Getty Research Institute (1990)
dakruiter - Kleine torenspitsen op de nokken van daken of op de snijvlakken ervan, die op het dak lijken te rijden. Gebruik 'kruisingstorens' voor hogere en omvangrijkere torens op kruisingen van kerken.
drs. L.A. Beeloo (1981)
een over de „vorst” van een dak aangebrachte verhoging, soms over grote lengte voor het invallen van licht, soms als b.v. een klokketorentje. Het zit als een ruiter te paard.
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
Spits of koepel op de nok. De kerk van Oosterlittens heeft een D., waarin wrsch. het angelusklokje gehangen heeft, de kerk te Grouw een koepeltje op de scheiding van koor en schip.
Veerman (1954)
Houten rek om hooi en andere gewassen op te drogen. Het bestaat uit 2 driepoten, die circa 1,75 m hoog zijn en die met elkaar zijn verbonden door een aantal dwarslatten van 2 à 3 m lengte. Er kan een grote hoeveelheid materiaal opgeladen worden, zodat men niet veel ruiters per ha nodig heeft. Een bezwaar is, dat het gewas over grote afstand...
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), kleine punttoren, ook wel een luchtkoker of ander klein bouwsel, schrijlings op de nok van een dak.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
is een over de nok van een dak heen gebouwd torentje, in vele gevallen bestaande uit een met leien of lood bekleed houten geraamte. Hij dient, vooral in de Gothische stijlperiode met voorliefde gebruikt, Hoofdzakelijk als architectonisch motief ter verlevendiging van de silhouet van het gebouw, maar ook voor het aanbrengen van een uurwerk of de opn...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: