dakhaas
...
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip dakhaas heeft 3 verschillende betekenissen: 1) kat. klein huisdier dat miauwt en spint en dat gehouden wordt als gezelschapsdier of voor het vangen van muizen en ratten; huiskat; kat. Zo genoemd omdat katten, vooral tijdens perioden van voedselschaarste, ook wel als een haas opgedist werden. 2) iemand die op het dak wer...
Marc De Coster (2020-2024)
1) (19e eeuw) (sch.) kat. • Schertsenderwijze heb ik een kat wel eens een dakhaas hooren noemen; ook wel een balkhaas. (Laurillard in Navigator 29, 514, geciteerd in WNT) Daakhaos m. z. n., kat (dakhaas). (C. Breuls: Vademecum handelend over Maastrichtsch dialect. 1914) • (Jacobus van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. 19...
Wiktionary (2019)
dakhaas - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die veel op het dak is, een dakdekker 2. (schertsend) kat (al dan niet bestemd voor de maaltijd) Woordherkomst samenstelling van dak en haas
Marc de Coster (2007)
(meestal voorafgegaan door achterlijke) onbenullig of laf persoon. Vroeger ook: inbreker. Intussen groeit een generatie tv-kijkers op die denkt dat het zo hoort. Dat ‘luilebol’ en ‘achterlijke dakhaas’ alledaagse omgangstaal zijn. (HP/De Tijd, 13/01/2006)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: