Wat is de betekenis van dageraad?

2024-12-13
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-12-13
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

dageraad

ochtendgloren. gedeelte van de dag tussen de nacht en de volle dag, gekenmerkt door het beginnende daglicht dat aanvankelijk schemert en geleidelijk sterker wordt tijdens de zonsopgang, resp., als plaatsvindend verschijnsel of gebeurtenis: het aanbreken van de dag, het verschijnen van het eerste morgenlicht. Voorbeelden: Telkens geto...

2024-12-13
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dageraad

dageraad - Zelfstandignaamwoord 1. het aanbreken van de dag Woordherkomst samenstelling van daag(werkwoord) en raad met het invoegsel -e- ?? samenstelling van dag en raad met het invoegsel -e- Synoniemen ochtendgloren, morgenstond, ochtendschemering

2024-12-13
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dageraad

dageraad - zelfstandig naamwoord uitspraak: da-ge-raad 1. het aanbreken van de dag ♢ kort voor de dageraad vond er een inval plaats Zelfstandig naamwoord: da-ge-raad de dageraad

2024-12-13
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

dageraad

sien daeraad.

2024-12-13
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

DAGERAAD

Vrijdenkersvereniging opgericht in 1856 op instigatie van de natuuronderzoeker Junghuhn. De D. trachtte de waarheid te zoeken langs natuurlijke en redelijke weg. Haar orgaan heette ook ‘De D.' (later ‘De Vrijdenker’). Men zocht contact met de opkomende arbeidersbeweging (F. Domela Nieuwenhuis, Vitus Bruinsma). Ook door uitgi...

2024-12-13
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dageraad

s., dage, dei, moarndage, moarntiidsrea (it).

2024-12-13
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-12-13
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dageraad

m., het aanbreken van de dag: de rozige dageraad; — als tijdstip: met de dageraad; als tijdruimte, morgenschemering: in de dageraad; — (fig.) de dageraad des levens, de kindsheid; — de dageraad der vrijheid, haar eerste stralen, het begin; — (w. g.) hij lacht als de duivel tegen de dager...