dagen
dagen - Werkwoord 1. (onpr) dag worden ♢ Het daagde al in het oosten toen hij eindelijk in slaap viel. 2. (ov) (juridisch) dagvaarden: de opdracht geven op een bepaalde dag voor het hof te verschijnen ♢ Hij werd voor de rechtbank gedaagd. 3. (absol) beginnen t...