Wat is de betekenis van dactylologie?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dactylologie

dactylologie - Zelfstandignaamwoord 1. vingerspraak Woordherkomst afgeleid van het Griekse: 'daktulos' (vinger) met het achtervoegsel -logie Verwante begrippen dactyloloog

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Dactylologie

[v. Gr. daktulos = vinger, en -logia = leer] gebarentaal met vingers.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Dactylologie

(daktylologie) gebarentaal met vingers

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Dactylologie

vingerspraak; vingerrekenkunst.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dactylologie

(<Gr.) v., vingerspraak (der doofstommen b.v.).

2024-04-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

dactylologie

v. vingerspraak; vingerrekenkunst.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dactylologie

v. (Gr. vingerspraak; vingerrekenkunst): de - van blinden.

2024-04-25
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

dactylologie

v. vingerspraak.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Dactylologie

vingertaal der → doofstommen.