Dactylis
Dáctylis L. [C. Linnaeus], - van Gr. daktŭlos, vinger. De niet gelukkig gekozen naam zinspeelt mogelijk op de vertakkingen der bloeiwijze.
Dr. C. A. Backer (1936)
Dáctylis L. [C. Linnaeus], - van Gr. daktŭlos, vinger. De niet gelukkig gekozen naam zinspeelt mogelijk op de vertakkingen der bloeiwijze.
Jac. de Bruijn (1973)
van Gr. woord dat vinger betekent; de niet gelukkig gekozen naam zinspeelt op de vertakkingen van de bloeiwijze
Veerman (1954)
Plantengesl. der Gramineae met 2 soorten, pluimgrassen, gekenmerkt door kluwens van aartjes, waardoor de pluim gelobd is. Beide soorten zijn inheems. D. glomerata L., kropaar, die op graslanden algemeen is. De kafjes zijn ruw gewimperd en de kroonkafjes puntig of kortgenaald. De pluimtakken zijn ingeplant op 2 zijden van de driekantige spil en mees...
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der grassen. Het onderscheidt zich door een naar één zijde gekeerde pluim, 3- tot 4-bloemige aartjes, gedrongen staand aan het einde van de pluimtakken, kortgenaalde kelkkafjes, het onderste met 1 -3, het bovenste met 3-5 nerven, en naar boven toe scherp gehielde, eveneens ko...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Dactylis - Plantengeslacht der grassen met 2 soorten, waarvan D. glomerata, de Kropaar, een bekend en algemeen weidegras is. Van deze soort worden een vrij groot aantal vormen gekweekt met gevlekte bladeren, zoowel geelals witgestreept. Ze zijn bijzonder geschikt voor rotspartijen en kunnen zelfs goed in lichte schaduw groeien. Men moet de bloeiste...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
plantengeslacht, behorend tot de familie Gramineae, met twee soorten forse, overblijven de grassen, in Eurazië inheems. Bloeiwijzen weinig vertakt, met dikke kluwens opeengepakte aartjes. Inheems is Dactylis glomerata, kropaar, en zeldzaam D. polygama, losser groeiend, lichter groen, met knikkende pluim en hangend blad.
J. Kramer (1908)
L. Plantengeslacht van de familie der Gramineeën, met slechts eene soort, D. glomerata, de kropaar, een grassoort met rechtopstaanden, tamelijk gladden stengel, aan de rugzijde ruwe bladscheeden, langwerpig spits tongetje, en tamelijk dikke, stijve en ruwe takken, die' ook in Nederland zeer algemeen aan wegen en dijken, in weilanden en bo...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: