Wat is de betekenis van Dacier?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Daciër

Daciër - Zelfstandignaamwoord 1. (geschiedenis) een inwoner van het voormalige rijk Dacië Woordherkomst Afgeleid van Dacië met het achtervoegsel -er

2024-04-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Dacier

Dacier - 1° André, Fransch Klassiek philoloog; * 1651 te Castres, ✝ 1722 te Parijs. Leerling van den beroemden Lefèvre, wiens dochter hij huwde. Beide gingen in 1685 over tot het Katholicisme. In 1695 werd hij lid, 1713 bestendig secretaris van de Academie, 1708 bibliothecaris van het Louvre. Hij en zijn vrouw werkten mede aan de...

2024-04-23
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Dacier

Dacier (André), een Fransch letterkundige, geboren te Castres in Opper-Languedoc den 6den April 1651, was van Protestantsche afkomst, studeerde te Saumur onder de leiding van den beroemden Tannegui Lefèbre, en begaf zich na het overlijden van dezen naar Parijs, waar de hertog de Montausier hem belastte met het bezorgen eener uitgave van „Festus” te...

2024-04-23
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Dacier

(André), fransch philoloog, geb. 6 April 1651 te Castres in Opper-Languedoc, studeerde te Saumur onder den beroemden Tanneguy-Lefebvre, trad 1683 met diens dochter Anna in den echt, werd vervolgens bibliothecaris des konings, en 1703 levenslang secretaris der fransche Académie. Hij stierf te Parijs 18 Sept. 1722. Hij heeft eene menigt...