Wat is de betekenis van daas?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

daas

Het begrip daas heeft 2 verschillende betekenissen: 1) steekvlieg. grote vlieg, waarvan de vrouwtjes met hun zuigsnuit steken om bloed te drinken; algemeen voorkomende steekvlieg; paardenvlieg; brems. 2) verdwaasd; in de war. verdwaasd; verdoofd; wazig; suffig; suf; dwaas; in de war.

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

daas

1) (19e eeuw) dwaas, suf, verward; gek, niet goed wijs. 'Ben je helemaal daas?' Volgens het WNT gewestelijk (o.a. in Vlaanderen, te Haarlem, Rotterdam, Alphen enz.). Het woordenboek citeert De Bo: `Dazer mensch is er niet te vinden.' De uitdrukking komt ook voor bij Köster Henke: `daas: zot, krankzinnig: Als hij maar niet zo...

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Daas

(Barg.) zot, dwaas, krankzinnig.

2024-04-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Daas

(blinde d.;. Een tweevleugelig insect, vaak ook brems genoemd, dat met de krachtige zuigsnuit bloed zuigt, vooral bij paarden en koeien.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Daas

I. v. (dazen), steekvlieg van het geslacht Tabanus; bij ons heeft men de runder- en de regendaas. II. bn. bw., (gew.) onwijs, onnozel: doe niet zo daas. III. zn. m. (dazen), iem. die daast, warhoofd; dwaas; ook: kletsmeier.

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Daas

of brems [Tabanus), grote vlieg, plat breed achterlijf, lange smalle vleugels, grote groene ogen. Vooral wijfjes steken zeer gevoelig; voeden zich met bloed van zoogdieren. Zeer hinderlijk voor de mens.

2024-04-25
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

daas

zot; krankzinnig. Als hij maar niet zo daas is geweest hard weg te tippelen. Zou je niet zeggen met een stel dazen uit Merenberg te doen te hebben?

2024-04-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Daas

Daas - Insect van het geslacht Tabanus. Het zijn groote vliegsoorten met stekende monddeelen, die de huid van het vee of ook wel van den mensch doorboren om bloed te zuigen. De larven leven in den grond en parasiteeren op insectenlarven. In Ned. komen voor de runderdaas en de regendaas. M. Bruna

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

daas

(da:s) 1. v. (dazen) [> d(w)aas] steekvlieg: soorten van dazen zijn regen-, runderdaas enz. 2. m. en v. persoon die daast.