Wat is de betekenis van Daaraanvolgend?

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Daaraanvolgend

ad;., dêroan, (dêr)oanfolgjend.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Daaraanvolgend

1. bw., daarna: de week daaraanvolgend. 2. bn., de daaraanvolgende dag, week.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

daaraanvolgend

(’volgənt) bn. daaropvolgend.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Daaraanvolgend

1. bw., daarna: de week daaraanvolgend; 2. bn., de daaraanvolgende dag, week.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Daaraanvolgend

DAARAANVOLGEND, bn. de daaraanvolgende dag, week.

Gerelateerde zoekopdrachten