daaraan
daaraan - Voornaamwoordelijk bijwoord (scheidbaar) 1. aan dat, aan die ♢ Daaraan wordt een kabel bevestigd. ♢ Daar komen mooie bloemen aan. Woordherkomst samenstelling van daar en aan
Wiktionary (2019)
daaraan - Voornaamwoordelijk bijwoord (scheidbaar) 1. aan dat, aan die ♢ Daaraan wordt een kabel bevestigd. ♢ Daar komen mooie bloemen aan. Woordherkomst samenstelling van daar en aan
Muiswerk Educatief (2017)
daaraan - bijwoord uitspraak: daar-aan of daar-aan 1. aan wat er genoemd of bedoeld is ♢ noem de snelwegen en de steden die daaraan liggen Bijwoord: daar-aan of daar-aan
Van Dale Uitgevers (1950)
vnw. bw., 1. aan dat, aan die zaak: noem de rivieren van Frankrijk op met de steden, die daaraan liggen, aan die (rivieren). 2. daarop, daarna: de week daaraan.
Jozef Verschueren (1930)
(da:r'a:n) bw. 1. aan dat, aan die zaak : denk -; wat heeft hij -? de rivier met de gelegen steden. 2. daarop : de week -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
vn. en bw., aan dat, aan die zaak: noem de rivieren van Frankrijk op met de steden, die daaraan liggen, aan die (rivieren); daaraan ligt het niet.
J.H. van Dale (1898)
DAARAAN, voornaamwoordelijk bw. aan dat, aan die zaak. (Samenstellingen van daar met een ander bijwoord vervangen het aanwijzend vnwd., voorafgegaan door het voorz., dat met ’t bijwoord overeenkomt: noem de rivieren van Frankrijk op met de steden, die daaraan liggen, aan deze. Men zie dus voor deze woorden bedoelde voorzetsels; de week daaraan, de...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: