daar is wind in de moezel
(18e eeuw, vero.) (sch.) gezegd van een opschepper. • Daar is wind in de moezel. Dat zegt men van ymand, die veel winderigen klap uitgeeft. De gelykenis is genomen van een opgeblazen pypzak, of zakpyp, die geluid geeft. Dus zegt men ook: Daar is wind; 't Is een windbreker; een windbuil; een broek vol wind. (Carolus Tuinman: De oorsprong en uit...