Daar baat geen wambuis tegen de galg
Dat zegt men boertende. Eer men leert hangen, is men half dood. Doch laten is goed tegen ’t hangen; of anders, in tyds te loopen. Die ’t ontloopt is vry. Men hangt niemand, eer men hem heeft. De galg is voor de ongelukkige, zeggen de dieven, maar voor geen gauwdieven. Zekerlyk, Waren’er geen dieven, daar waren geen galgen. Doc...