daal
daal - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dalen * Ik daal 2. gebiedende wijs van dalen * daal! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dalen * daal je?
Wiktionary (2019)
daal - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dalen * Ik daal 2. gebiedende wijs van dalen * daal! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dalen * daal je?
Van Dale Uitgevers (1950)
1. m., (gew.) bezinksel, neerslag (in zeewater); 2. v. (dalen), buis ener pomp; — houten koker of goot ter beschutting van een pijp, buis of slang; — onderste wijder gedeelte ener pompbuis, met gaatjes voorzien om alleen het water in te laten en het vuil buiten te houden.
Dr. L.M. Metz (1937)
Pompbuis; houten koker om een ijzeren koker heen ter bescherming; verdikking aan het einde van de zuigbuis van een pomp, welke verdikking het water doorlaat en het vuil tegenhoudt. Een daal of del is een kuiltje, een putje in de huid. Pokdalig: met pokdalen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (dalen), buis van een pomp; houten koker of goot ter beschutting van een pijp, buis of slang; onderste wijder gedeelte van een pompbuis, met gaatjes voorzien om alleen het water in te laten en het vuil buiten te houden, zuigkorf.
J.H. van Dale (1898)
Het begrip daal heeft 2 verschillende betekenissen: 1. daal - DAAL, m. (gew.) bezinksel, neerslag (in zeewater). 2. daal - DAAL, v. (dalen), buis (eener scheepspomp); — houten koker of goot ter beschutting van eene pijp, buis of slang; — benedenste wijder gedeelte eener pompbuis, met gaatjes voorzien om alleen het water in te laten e...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: