Wat is de betekenis van Daal?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

daal

daal - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dalen     * Ik daal 2. gebiedende wijs van dalen     * daal! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dalen     * daal je?

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

daal

gedaal, geleidelik na ondertoe gaan; sak, val, afneem.

2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Daal

(Barg.) steen, dobbelsteen; diamant; kei; ook: klap

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Daal

1. m., (gew.) bezinksel, neerslag (in zeewater); 2. v. (dalen), buis ener pomp; — houten koker of goot ter beschutting van een pijp, buis of slang; — onderste wijder gedeelte ener pompbuis, met gaatjes voorzien om alleen het water in te laten en het vuil buiten te houden.

2024-04-20
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Daal

Pompbuis; houten koker om een ijzeren koker heen ter bescherming; verdikking aan het einde van de zuigbuis van een pomp, welke verdikking het water doorlaat en het vuil tegenhoudt. Een daal of del is een kuiltje, een putje in de huid. Pokdalig: met pokdalen.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

daal

(da:l) v. (dalen) [~ Dui. Dole, goot] houten goot ter beschutting van een buis.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Daal

v./m. (dalen), buis van een pomp; houten koker of goot ter beschutting van een pijp, buis of slang; onderste wijder gedeelte van een pompbuis, met gaatjes voorzien om alleen het water in te laten en het vuil buiten te houden, zuigkorf.

2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

daal

daal, - m., (argot) steen, dobbelsteen ; diamant; kei; ook: klap.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Daal

Het begrip daal heeft 2 verschillende betekenissen: 1. daal - DAAL, m. (gew.) bezinksel, neerslag (in zeewater). 2. daal - DAAL, v. (dalen), buis (eener scheepspomp); — houten koker of goot ter beschutting van eene pijp, buis of slang; — benedenste wijder gedeelte eener pompbuis, met gaatjes voorzien om alleen het water in te laten e...