Daagsch
DAAGSCH, bn. iederen dag terugkeerend die daagsche zorgen; — iederen dag dienstdoend daagsche kleeren, schoenen, eene daagsche jas, hoed, die niet op Zon- en feestdagen gedragen worden.
J.H. van Dale (1898)
DAAGSCH, bn. iederen dag terugkeerend die daagsche zorgen; — iederen dag dienstdoend daagsche kleeren, schoenen, eene daagsche jas, hoed, die niet op Zon- en feestdagen gedragen worden.
I.M. Calisch (1864)
Daagsch, bn. door den dag, in de werkdagen; een -e jas, hoed, die niet op zon- en feestdagen gedragen wordt.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: