Wat is de betekenis van daags?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

daags

daags - Bijvoeglijk naamwoord 1. dagelijks     ♢ tweemaal daags (tweemaal per dag) 2. op de dag     ♢ Daags voor de verkiezingen werd de partijleider zenuwachtig voor de uitslag. 3. daags te voren: gisteren     ♢ Daags tevoren nam...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Daags

adj. & adv., deis(k), dageliks.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Daags

I. bw., 1. iedere dag, per dag: hij gaat driemaal daags naar school; hij wint een gulden daags; hij eet driemaal ’s daags. 2. op de dag: daags te voren, de dag te voren. II. bn., 1. iedere dag terugkerend: die daagse zorgen; 2. iedere dag dienstdoend: daagse kleren, schoenen, een daagse jas, hoed, die niet op Zon- en feestdag...

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

daags

1 bw. (per dag, iedere dag): hij verdient drie gulden -; - schijnt de zon; nog; hij kwam - te voren, een dag te voren; 2 bn. (1 iedere dag dienstdoend, inz. van klederen; 2 tedere dag terugkerend): 1 dit is mijn -e jas; 2 -e beslommeringen.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

daags

(da:chs) I. bn. en bw. 1. (van) iedere dag: de -e zorgen; hij verdient 146 fr. -. 2. voor de werkdag : een -e hoed. Syn. → alledaags. II. bw. op de dag : te voren.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Daags

I. bw., 1. iedere dag, per dag: hij gaat tweemaal daags naar school; hij eet driemaal daags;, 2. op de dag: daags te voren, de dag te voren; II. bn., 1. iedere dag terugkerend: die daagse zorgen; 2. iedere dag dienstdoend: daagse kleren, schoenen, een daagse jas, die niet op zonen feestdagen gedragen worden; daagsanker, het meest gebruikte we...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)