Wat is de betekenis van curieus (kurieus)?

2024-04-24
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

curieus (kurieus)

Nieuwsgierig; als pred. ook: benieuwd; - als ik zo curieus mag zijn, als ik vragen mag; een curieuze Bet, nieuwsgierig Aagje. «Wacht nog maar wat in de kerk en doe onderwijl den kruisweg; ik moet een pater spreken en het zal lang duren.» Dan wordt ze zeker zo kurieus dat ze er van zweet, VERMEYEN 1947, 53. Hoe laat was &rs...

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

curieus (kurieus)

[➝Fr.], bn. en bw. (curieuzer, meest -), merkwaardig, eigenaardig, aantrekkelijk door bijzonderheid, opvallendheid of zeldzaamheid: ik vind het curieuze gewoonten; een — boekje; (gew.) ook: nieuwsgierig.