Wat is de betekenis van curieus?

2023-06-04
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

curieus

curieus - Bijvoeglijk naamwoord 1. verlangend om iets te weten of waar te nemen     ♢ Wat ben jij toch een curieus mannetje... 2. vreemd, bizar en daardoor nieuwsgierigheid opwekkend     ♢ Wat een curieus onderwerp is dit, zeg! Synoniemen [1] nieuwsgierig, bel...

Lees verder

Direct toegang tot alle 20 resultaten over curieus?

Word nu vriend van Ensie
2023-06-04
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

curieus

curieus - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: cu-ri-eus 1. anders dan gewoon, speciaal ♢ ik vind het curieus dat hij altijd de gordijnen dicht heeft Bijvoeglijk naamwoord: cu-ri-eus ... is curieuzer dan ... ...

Lees verder
2023-06-04
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

curieus

(bn.) nieuwsgierig.

2023-06-04
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Curieus

(Fr. curieux = nieuwsgierig, eigenaardig, van Lat. curiosus = vol zorg (cura), zorgvuldig, ijverig, navorsend, weetgierig] merkwaardig, eigenaardig; opvallend en aantrekkelijk wegens zeldzaamheid.

2023-06-04
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Curieus

(kurieus) merkwaardig

2023-06-04
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Curieus

zeldzaam, merkwaardig; curiositeit: zeldzaamheid, ook: iets zeldzaams.

2023-06-04
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

curieus

1. vreemd; 2. merkwaardig.

2023-06-04
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Curieus

zeldzaam, merkwaardig; aardig.

2023-06-04
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Curieus

adj., nijsgjirrich.

2023-06-04
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Curieus

(<Fr.), bn. bw. (curieuzer, -t), 1. merkwaardig, eigenaardig, aantrekkelijk door bijzonderheid, opvallend- of zeldzaamheid: ik vind het curieus; curieuze gewoonten; een curieus boekje. 2. (Zuidn.) nieuwsgierig.

Lees verder
2023-06-04
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

curieus

zeldzaam; aardig; merkwaardig.

2023-06-04
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

curieus

bn.; curieuzer, -t (Fr. [Lat. curiosus]: zeldzaam, vreemd; aardig; merkwaardig; Z.-N. nieuwsgierig); dat is -!

2023-06-04
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

curieus

zeldzaam, merkwaardig.

2023-06-04
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

curieus

enz. → kurieus enz.

2023-06-04
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Curieus

[Fr.], bn. en bw. (curieuzer, meest -), merkwaardig, eigenaardig, aantrekkelijk door bijzonderheid, opvallendheid of zeldzaamheid: ik vind het curieuze gewoonten; een curieus boekje; (gew.) ook: nieuwsgierig.

2023-06-04
Vreemde woorden woordenboek

Fokko Bos (1914)

curieus

curieus, - zeldzaam, merkwaardig; aardig.

2023-06-04
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Curieus

nieuwsgierig, zonderling.

2023-06-04
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Curieus

CURIEUS, bn. bw. (curieuzer, -t), merkwaardig, eigenaardig ik vind het curieus; zeldzaam, vreemd, mooi; — (veroud.) kostelijk.

Lees verder
2023-06-04
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

curieus

curieus - bn. zeldzaam, aardig, vreemd, mooi

2023-06-04
Kiliaans Etymologicum Teutonicae Linguae

Corneel (van) Kiel (1573)

Curieus

Curiosus: percuriosus, affectator.

Lees verder