Wat is de betekenis van Cure, curé?

2024-04-19
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Cure, curé

I. zorg; pastoorschap; pastorie; kuur, geneeswijze; genezing; il n’en a cure, hij bekommert zich er niet om. II. pastoor.