Crown
Engelse munt (gesch.)
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I kroon; krans; kruin; top; crown colony, bolhoofd; muntstuk [van 5shilling]; kruis [v. anker]; II kronen (tot), bekronen; crown a man, dam halen; to crown all, om de kroon op het werk te zetten; tot overmaat van ramp.
dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)
corona, kroon, tandkroon; artificial crown , jacket crown , cap crown, kunstmatige tandkroon aangebracht op een behouden tandwortel; crown work, (het maken van) een tandkroon, kroonwerk.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
is de grootste Engelse zilveren munt ter waarde van 5 shilling of 1/4 pond sterling. Als werkelijk muntstuk is zij van 925 delen zilver vervaardigd en weegt 28,2759 g, zodat het fijngewicht aan zilver 26,1552 g bedraagt. Er bestaan ook halfcrowns.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: