Wat is de betekenis van Criminaliteit?

criminaliteit - Zelfstandignaamwoord 1. de misdadigheid, het begaan van misdaad|misdaden     ♢ De criminaliteit is de laatste jaren in het algemeen minder geworden, maar sommige vormen, zoals cybercriminaliteit zijn wel toegenomen. 2. de bevolkingsgroep die zich met [1] bezighoudt Woordherkomst Van h...

criminaliteit - zelfstandig naamwoord uitspraak: cri-mi-na-li-teit 1. het begaan van misdaden ♢ de criminaliteit is de laatste jaren toegenomen 1. de kleine criminaliteit [winkeldiefstal, vandalisme, e.d....

Gedrag dat in strijd is met wettelijke regels en op grond daarvan door de overheid strafbaar is gesteld.

Criminaliteit en armoede. De criminaliteit van arme bevolkingsgroepen is overal ter wereld lichamelijker, confronterender en directer dan de criminaliteit van de rijkeren. Armen zijn vaker crimineel ten aanzien van tasjesroof, inbraken, berovingen en overvallen. De opbrengst daarvan is, in vergelijking, klein en de pakkans is groot, het is de crimi...

Plegen van misdrijven.

[Fr. criminalité, van Lat. criminalis = de misdaad betreffend] misdadigheid; strafbaarheid volgens recht.

(kriminaliteit) misdadigheid

of misdadigheid. Het gedrag dat in strijd is met de geldende rechtsorde. Door middel van de statistiek worden regionale verschillen geregistreerd. Het vaststellen van de oorzaken vergt evenwel diepergaand onderzoek. Met behulp van de statistiek kan dus een overzicht van de criminaliteit in een bepaalde regio worden verkregen doch nog geen inzicht....

De misdadigheid in Frl. is lager dan elders. Van 1954-55 is er procentueel een lichte stijging (5 pct.), maar het relatieve cijfer (165) is het laagste (Limburg met 313 het hoogste) van het land. Frl. en Zeeland staan onderaan, Limburg en N.-Holland bovenaan, vooral wat betreft weerspannigheid, gekwalificeerde diefstal, verduistering, moord, doodsl...