Wat is de betekenis van couverture?

couverture - Zelfstandignaamwoord 1. in blokken geperste chocolade met suiker en cacaoboter toegevoegd. Doordat couverture verhoudingsgewijs meer vet bevat is het gemakkelijker te smelten zonder dat het verbrandt.     ♢ De beste couverture koopt u bij banketbakkers en chocolatiers, maar sinds een jaar of...

[Fr., van couvrir, couvert = bedekken] 1 boekomslag; 2 chocolade voor bonbons en garnering; 3 deksel.

deksel; (boek)omslag; chocolade ter verwerking voor bonbons en gebak

deksel, omslag

dek, bedekking, dakbedekking, deken, dekkleed, dekking, omslag, kaft; fig. dekmantel, schijn, voorwendsel; tirer la couverture à soi, alles naar zich toe halen.

(Fr.), v. (-s), 1. deksel; — (boek)omslag. 2. (banketb.) chocolade voor het maken van, bonbons en garneerwerk. 3. gekleurde papiersoort, inz. voor strooibiljetten.

(Fr.) v. deksel; omslag.

(koever'tu:r) v. (-s) [Fr.] deksel.

[Fr., deken], v. (-s), 1. deksel; (boek)omslag; 2. chocolade voor het maken van bonbons en garneerwerk; 3. gekleurde papiersoort, m.n. voor strooibiljetten; 4. bepaalde satijnstof.