Wat is de betekenis van Corpus?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

corpus

corpus - Zelfstandignaamwoord 1. alle verzamelde werken die bekend zijn op een bepaald gebied     ♢ Dit is het corpus van het Middelnederlands van de dertiende eeuw. Woordherkomst van het Latijnse #Latijn|corpus (lichaam)

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

corpus

corpus - zelfstandig naamwoord uitspraak: cor-pus 1. geheel van botten, organen, spieren waaruit een mens bestaat ♢ aan de muur hing een kruis zonder corpus 2. verzameling woorden of teksten voor onderzoek ...

2024-04-19
Financiële begrippenlijst

Aegon (2015)

Corpus

Corpus is de aflossingswaarde van een obligatie exclusief de rente.

2024-04-19
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Corpus

(o.), syn. soma; lichaam.

2024-04-19
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

corpus

corpus - Ander woord voor de mantel van een obligatie, dat deel dat alleen recht geeft op aflossing van de hoofdsom en niet op rentebetalingen.

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Corpus

[Lat.] 1 lichaam; 2 (jur.): - delicti, het voorwerp waarmee het misdrijf is gepleegd; 3 Corpus Juris Canonici (afk. C.I.C.), kerkelijk Wetboek; 4 (taalk.) verzameling teksten of citaten, vooral voor linguïstisch onderzoek. Zie ook korpus.

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Corpus

lichaam; verzameling teksten

2024-04-19
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Corpus

(= lichaam), het Christusbeeld op een kruis bevestigd.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

CORPUS

Deel van het grondbezit van een klooster, dat in eigen beheer gehouden werd, soms onvoldoende voor het onderhoud der kloosterlingen, soms ook zeer groot. Barraconvent had in 1511 met 647% pondemaat (180 ha) het grootste C. van alle. In 1580 werd het C. soms dorp. De naam komt, meestal vervormd, nog voor als landnaam.Zie: B. VIII (1946), 11-21.