controleren (kontroleren)
[➝Fr.] (controleerde, heeft gecontroleerd), 1. toezicht uitoefenen op beheer, beleid of gedrag, op een werking of werkzaamheid; ook iemand op de vingers kijken; controlerend geneesheer; 2. (economie) het beheersen van de ene maatschappij of onderneming door een andere.