Contrescarpe
contrescarp [buitenglooiing van een fortgracht].
Anthony Winkler Prins (1870)
Contrescarpe noemt men in den vestingbouw de buitenste afhelling van de gracht. Om het afdalen voor den vijand te bemoeijelijken, maakt men haar steil, ja, men metselt haar op, en zij wordt tevens veelal van palissaden voorzien. Achter de gemetselde contrescarpe heeft men ook wel gaanderijen, moord-gangen genaamd, en zij zelve is dan van schietgate...
Cornelis Kiliaan (1573)
Lorica exterior arcis aut vrbis: contramurus: loricula ante praecipuum muruw vrbis ducta. vulgò ital. contrascarpa.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: