Wat is de betekenis van Contrefort?

2024-04-19
ABC van de kunst

Douwe Brongers & Désirée Raemaekers (2004)

Contrefort

Zie Steunbeer.

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Contrefort

o., steunmuur; steunpilaar.

2024-04-19
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Contrefort

schoormuur, beer; uitloper [v. gebergte]; hielbelegstuk.

2024-04-19
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Contrefort

(conterfort), (1) steun- of schoormuur; (2) (schoenm.) hielbelegstuk.

2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

contrefort

zie conterfort.

2024-04-19
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

CONTREFORT

(conterfort) of steunbeer is een verzwaring van metselwerk aan de achterkant van een muur van hetzelfde materiaal. Bij bekledingsmuren van vestingwallen komen deze verzwaringen op regelmatige afstanden voor en zijn zij meestal even hoog als de muur die zij steunen. Als voorbeeld zij vermeld dat de ongeveer 4 m hoge en gemiddeld 1.75 m dikke...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

contrefort

o. -s of -en (Fr. conterfort).

2024-04-19
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Contrefort

Contrefort - 1° een steunbeer, uitgebouwd uit een muur of pijler voor grootere stijfheid daarvan en om zijdelingschen druk, bijv. van de gewelven, over te brengen naar de fundamenten. In de middeleeuwsche bouwkunde ontwikkelt zich vooral in de Gotiek het c. tot een gecompliceerd bouwdetail, rijk versierd met beeldhouwwerk, bekroond met pinakels...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

contrefort

(kontrə'fort) o. (–s) [Fr. < Lat. contra, tegen + fortis, sterk] 1. Algm. steun, schoormuur, stut, stenen beer. 2. Schoenm. stevig stuk aan de hiel, binnen in het schoeisel.