Wat is de betekenis van Constante?

2024-04-20
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

constante

(zelfstandig naamwoord) [alg.] zie: geen Engels, maar Frans

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

constante

constante - Zelfstandignaamwoord 1. een grootheid waarvan men aanneemt dat zij niet varieert constante - Bijvoeglijk naamwoord 1. stellende trap van de pos van constant

2024-04-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Constante

(konstante) onveranderlijke grootheid

2024-04-20
Een woordenboek van de filosofie

Begrippen, stromingen, denkers (2017)

Constante

Zie variabele.

2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Constante

onveranderlijke grootheid.

2024-04-20
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Constante

een getal dat een bepaalde waarde aangeeft die onder alle omstandigheden gelijk blijft.

2024-04-20
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Constante

onveranderlijke grootheid.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Constante

v. (-n) onveranderlijke grootheid.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Constante

(1), (wisk.) onveranderlijke grootheid, bekende term; (2) (natuurk.), bij diverse hoofdstukken steeds weerkerende bepaalde grootheid. Vb.: de lichtsnelheid, de gasconstante, de constante van Planck, de diëlectriciteitsconstante, de constante van Avogadro.