constant
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Fr.-Lat.), bn. bw. (-er, -st), onveranderlijk: een constante grootheid, waarde; — bestendig, zichzelf gelijk: da toestand blijft constant; — standvastig onbuigzaam: ondanks alle verlokkingen bleef hij constant; constant op zijn stuk blijven staan; — voortdurend: hij houdt me constant voor de gek.
Wiktionary (2019)
constant - Bijvoeglijk naamwoord 1. onveranderlijk, standvastig ♢ Bij ons thuis is het constant 20 graden Celcius. 2. altijd ♢ Mijn dochters zijn constant met hun smartphones aan de gang. Verwante begrippen constante, constantheid, constantie
Muiswerk Educatief (2017)
constant - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: con-stant 1. steeds hetzelfde ♢ de temperatuur van het water is constant Bijvoeglijk naamwoord: con-stant ... is constanter dan ... de/het con...
Henk Biemond (1985)
Constante (1) Bij een rekenmachine is dit een getal, dat aan de machine is toegevoerd en daarin voor herhaald gebruik wordt vastgehouden. (2) Een vaste of onveranderlijke waarde.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: