Wat is de betekenis van constant?

2025-06-15
Prisma Nederlands Fries

Schrijver op Ensie

2025-06-15
*PREMIUM* Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-06-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Constant

(<Fr.-Lat.), bn. bw. (-er, -st), onveranderlijk: een constante grootheid, waarde; — bestendig, zichzelf gelijk: da toestand blijft constant; — standvastig onbuigzaam: ondanks alle verlokkingen bleef hij constant; constant op zijn stuk blijven staan; — voortdurend: hij houdt me constant voor de gek.

2025-06-15
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Constant

Zie Constans

2025-06-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

constant

constant - Bijvoeglijk naamwoord 1. onveranderlijk, standvastig     ♢ Bij ons thuis is het constant 20 graden Celcius. 2. altijd     ♢ Mijn dochters zijn constant met hun smartphones aan de gang. Verwante begrippen constante, constantheid, constantie

2025-06-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

constant

constant - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: con-stant 1. steeds hetzelfde ♢ de temperatuur van het water is constant Bijvoeglijk naamwoord: con-stant ... is constanter dan ... de/het con...

2025-06-15
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Constant

(konstant) onveranderlijk; voortdurend; bestendig; standvastig

2025-06-15
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Constant

Constante (1) Bij een rekenmachine is dit een getal, dat aan de machine is toegevoerd en daarin voor herhaald gebruik wordt vastgehouden. (2) Een vaste of onveranderlijke waarde.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-06-15
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Constant

bestendig, onveranderlijk.