Wat is de betekenis van Congressus?

2024-04-23
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Congressus

geslachtsgemeenschap; bijslaap

2024-04-23
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Congressus

Lat. voor samenkomst; meestal gebruikt voor geslachtsgemeenschap.

2024-04-23
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Congressŭs

ūs, m. bijeenkomst, samenspreking, gezellig samenzijn met iemd, de toegang tot iemd. | in ’t bijz., vijandelijke ontmoeting, aanval, gevecht; innige vereniging of verbinding.

2024-04-23
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

congressus

(Lat.) m. geslachtsgemeenschap

2024-04-23
Polulaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Congressus

coïtus, zie aldaar.

2024-04-23
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Congressus

(lat. samenkomst), = coitus (zie ald.).

2024-04-23
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Congressus

(Lat. samenkomst), = coitus (zie ald.). C. interruptus (Lat. afgebroken), coitus onderbroken vóór de ejaculatie.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Congressus

[Lat.], m., coïtus.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Congressus

Congressus, geslachtsgemeenschap. Zie COÏTUS.