Confounding
Verstorende factor, die een schijnverband teweeg brengt (onderzoeksjargon).
Baarda, Bakker, van der Hulst, Julsing, Fischer & van Vianen (1992)
Effect waarbij een derde variabele een relatie vertoont met zowel de onafhankelijke variabele als de afhankelijke variabele, maar deze variabele vormt geen ‘tussenschakel’ tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele.
Veerman (1954)
(Eng.) (Ned. = vermenging, vereenzelviging, strengeling) C ontstaat wanneer effecten of interacties, die zijn ontstaan uit systematische factoren, samenvallen met groeiplaatsfactoren b.v. verschillen tussen subblokken in een proef. C. van hoofdeffecten moet altijd worden vermeden. C. van interacties geschiedt soms opzettelijk om een gunstige vorm v...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: