Wat is de betekenis van concessionaris?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

concessionaris

concessiehouder. Voorbeelden: Naarmate de concessieperiode langer is, het prestatiepakket voor de publieke dienst meer discretionaire ruimte laat voor de concessionaris en er minder zicht bestaat op welke marktactiviteiten mogelijk gedaan kunnen worden kan er noodzaak blijven bestaan om specifieke regels te blijven stellen aan de conc...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

concessionaris

concessionaris - Zelfstandignaamwoord 1. concessiehouder Woordherkomst afgeleid van het Franse concessionnaire of daarvoor van het Latijnse 'concessionarius' (met het voorvoegsel con-) Synoniemen concessiehouder Verwante begrippen concessie

2024-04-19
Klein hotelvademecum

Peter Joh .M. Zuidweg (2017)

Concessionaris

Vergunninghouder, pachter.

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Concessionaris

houder van een concessie.

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Concessionaris

iemand die een vergunning heeft (aangevraagd)

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Concessionaris

houder van een concessie.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Concessionaris

(Lat.), m. (-sen), iem. die concessie heeft aangevraagd of verkregen; concessiehouder.

2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

concessionaris

m. houder v. e. concessie.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

concessionaris

m. concessionarissen (houder ener concessie): de - van een spoorweg.