Wat is de betekenis van Colombiaan?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Colombiaan

iemand uit Colombia. iemand met de Colombiaanse nationaliteit; iemand die behoort tot het Colombiaanse volk; iemand die afkomstig is uit Colombia; inwoner van Colombia. In het meervoud ook in toepassing op het volk, en, meestal in het meervoud, ook in toepassing op vertegenwoordigers van een nationale sportploeg of andere groep. V...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Colombiaan

Colombiaan - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) een inwoner van Colombia of persoon die de Colombiaanse nationaliteit bezit Woordherkomst Afgeleid van Colombia met het achtervoegsel -aan

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Colombiaan

m. (-anen), inwoner van Colombia.

2024-04-19
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)