Wat is de betekenis van collier?

halsketting. uit edelmetaal vervaardigde halsketting die soms is bezet met een of meer edelstenen, of voorzien is van parels. Voorbeelden: In het dragen verliezen sommige sieraden iets van hun schittering, terwijl andere er juist meer van gaan glanzen. Ringen en armbanden zijn bijvoorbeeld krasgevoeliger dan colliers en broches. Sier...

collier - Zelfstandignaamwoord 1. halsketting, halsband, halssnoer Woordherkomst afgeleid van het Latijnse 'collarium' (halsband)

[Fr., van Lat. collum = hals] halsketting als sieraad.

halssnoer

collier - Halskettingen met op maat gerangschikte diamanten of edelstenen van één soort die meestal elk een eigen zetting hebben, zonder andere versieringen.

[Fr. koljee'], halsketting van waardevol materiaal.

halssnoer, halsketen; halsband.

halssnoer, -keten; ordeketen; ringbaard; ring [om hals v. dieren]; halsband; haam, gareel; halsstuk; à plein collier, uit alle macht; cheval franc du collier, paard, dat geen zweep behoeft; homme franc du collier, voortvarend man.

1 kolenmijnwerker; 2 kolenschip.

(Fr.), m. (-s), 1. halssnoer, halsketen, inz. van edelstenen; 2. hondenhalsband.

(Fr.), halsband, halsketting.

(Fr.) m. halsband, halssnoer, halsketen; ~ de force, halsband met pinnen aan de binnenkant.

m. colliers (Fr. [Lat. collare v. collum]: halsketen, halssnoer): een — van parelen.

(Fr.), m. halsketen, halssnoer.

Collier - 1° (ook: Collyer) Edwaert, schilder, vooral stillevens en portretten; * te Breda, ✝ vóór 1702. In 1673 in het gilde te Leiden, ook werkzaam te Haarlem. Lit.: Bredius, Meisterwerke im Reichsmus. (139) ; v. Wurzbach, Nied. Künstlerlex. 2° Jeremy, Anglicaansch geestelijke, die een indrukwekkend protest tegen de on...

(kol'je) m. (-s) [Fr. < Lat. collum, hals] halsketen of -snoer als sieraad ; een van parelen.

[Fr.], o./m. (-s), 1. halssnoer, m.n. van edelstenen; 2. hondehalsband.

collier - m., halssnoer, halsketen; halsband van een hond.

fr. halsketting, halssieraad.

halssnoer, halsketen.