Wat is de betekenis van coiffeuse?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

coiffeuse

kapster. vrouw die voor haar beroep haar kapt; vrouw die tegen vergoeding haar knipt, scheert, kleurt, permanent aanbrengt, etc.; kapster. Voorbeelden: 'Kent gij ons tante Leen?' 'Van bij een coiffeuse waar we heel lang geleden allebei heel veel koppen hebben gewassen. Hoe dikwijls ik de hare niet heb gewassen! Zij hee...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

coiffeuse

coiffeuse - Zelfstandignaamwoord 1. (formeel) (beroep) vrouwelijke vorm van coiffeur, kapster Woordherkomst Naamwoord van handeling van coifferen met het achtervoegsel -euse Verwante begrippen vrouwelijke vorm van coiffeur

2024-04-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Coiffeuse

[Fr.] kapster.

2024-04-20
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

coiffeuse

1. Kapster. Coiffeuse vraagt leermeisje met enige ondervinding, Gent 12/8/1976, p. 15. Onlangs kwam mijn vrouw terug van de coiffeuse met het kapsel netjes in de plooi, Gentenaar 12/5/1977. 2. Kaptafel, toilettafel. Luxe slaapkamer. 6 deuren + pracht bed met radio + coiffeuse + ovale kantelspiegel, Gazet v. Antw. 16/9/1977.

2024-04-20
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Coiffeuse

zie Bureau-toilette.

2024-04-20
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Coiffeuse

1. kapster; 2. kaptafel.

2024-04-20
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

coiffeuse

v. 1 kapster; 2 kaptafel.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

coiffeuse

('feu:zə) v. (-s) kapster.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)