Wat is de betekenis van Cluster?

(zelfstandig naamwoord) [alg.] groep, tros, verzameling - De huisjes staan in groepen van vijf over het vakantiepark verspreid. [sterrenkunde] sterrenhoop - Sterrenhopen zijn groepen sterren die worden bijeen gehouden door de zwaartekracht.

cluster - Zelfstandignaamwoord 1. een compacte groep van gelijksoortige objecten, verschijnselen, klanken etc. 2. (muziek) een dissonant akkoord van meerdere opeenvolgende tonen 3. (astronomie) een groep sterrenstelsels Woordherkomst Engels leenwoord. Synoniemen opeenhoping

Een samenhangend geheel van bedrijven en ondersteunende instellingen binnen een bedrijfstak of een geheel van verbonden bedrijfstakken, waarbinnen zowel wordt samengewerkt als geconcurreerd.

(o.), opeenvolging van consonanten.

Een cluster (Eng. tros) is een groep dicht tegen elkaar aan liggende noten die tegelijk klinken en daardoor een groezelige samenklank aangaan. De eerste clusters zijn te vinden bij Debussy, Ravel en Bartók, maar de Amerikaanse Henry Cowell was vanaf 1912 de trendsetter met clusters op de piano, uitgevoerd met vuist, vlakke hand en onderarm.

Cluster is het tegelijkertijd aanslaan van een aantal dicht bij elkaar liggende tonen (zie toon (2)) (bijv. een aantal 'witte' of 'zwarte' toetsen (zie toets 2)), of beide, van de piano (1).

Cluster is een oud Amerikaanse hopsoort, dat zowel ingezet kan worden vanwege de bitterheid als voor het sterke aroma. De bitterheid is goed in balans en er zijn eigenlijk geen ongewenste aroma-eigenschappen

groep; tros; complex; groep samenwerkende personen of instellingen

Zie universalia en particularia.