Clair
Zie Clara
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
I. helder, klaar; licht, fris; zuiver [winst]; dun [stroop], ijl; duidelijk, verstaanbaar; clair comme le jour, zonneklaar; son affaire est claire, hij behoeft zich geen illusies te maken; est-ce assez clair?, houd het je voor gezegd; le plus clair de son revenu, ’t grootste deel van zijn inkomen; II. helder, duidelijk; dun [gezaaid]; voir cl...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: