Wat is de betekenis van Civiel-ingenieur?

2024-04-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Civiel-ingenieur

weg- en waterbouwkundig ingenieur

2024-04-17
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Civiel-ingenieur

waterbouwkundig ingenieur.

2024-04-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Civiel-ingenieur

m. (-ingenieurs), waterbouwkundig ingenieur.

2024-04-17
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Civiel-ingenieur

benaming die vroeger gebezigd werd voor burgerlijk ingenieur, in tegenstelling met militair ingenieur (genie-officier). Thans benaming voor waterbouwkundig ingenieur.

2024-04-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

civiel-ingenieur

m. civiel-ingenieurs (burgerlijk, d. i. niet militair, ingenieur, gevormd voor burgerlijke bedrijven): civiel-ingenieur van Delft.

2024-04-17
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Civiel-ingenieur

afk c.i., a/d Techn. Hoogeschool te Delft afgestudeerde bedrijfsbouwkundige.

2024-04-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

civiel-ingenieur

m. (-s) burgerlijk bouwkundige.

2024-04-17
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Civiel-ingenieur

Civiel-ingenieur - Zie INGENIEUR.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-17
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Civiel-ingenieur

bouwkundig ingenieur, inz. van waterstaatswerken.