Wat is de betekenis van citroentje?

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

citroentje

(1918) (Leiden) onnozel meisje; doetje. • citroentje, “groentje”, “doetje”, onnozel meisje (1918). (A. Beets: Leidse woorden en uitdrukkingen. In: Leids Volksleven. 1954) • Citroentje. Een heel goedmoedig, bijna lief scheldwoordje, zo teder dat het bijna geen scheldwoord meer is, is citroentje voor 'een onnozel me...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

citroentje

citroentje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord citroen

2024-04-24
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Citroentje

Citroentje is In 1898 voor het eerst gevonden, in de Grote Van Dale, voor een 'glaasje op citroenschillen getrokken brandewijn'. Later is het ook gebruikt voor 'citroenjenever'. Het woord is in 1968 gesignaleerd in Groningen, in 1982 in Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen en onlangs nog in Drente. Men spreekt ook van een glaasje citroen. Citroenbrandewijn wor...

2024-04-24
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

citroentje

(Leiden) onnozel meisje; doetje. Citroentje. Een heel goedmoedig, bijna lief scheldwoordje, zo teder dat het bijna geen scheldwoord meer is, is citroentje voor ‘een onnozel meisje’, een ‘doetje’. Die betekenis is gemakkelijk te verklaren. Een citroen heeft een groen uiterlijk en een groentje is iemand die onervaren is, van t...

2024-04-24
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Citroentje

Benaming voor de Spotvogel ←, genoemd in Albarda 1897, Rynja 1983 en vD 1970. Evenals bij de volksnaam Geelborstje het geval is, zal de naam ingegeven zijn door de gele kleur van de borst.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Citroentje

o. (-s), 1. kleine citroen; 2. citroenkleurige stof (weefsel, behang); 3. een glaasje op citroenschillen getrokken brandewijn; citroenbitter; 4. geelborstje, spotvogel; 5. citroenvlinder.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

citroentje

o. citroentjes (glaasje citroen).

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

citroentje

(si'troentjə) o. (-s) 1. Eig. kleine citroen. 2. Metn. glaasje citroen.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)