checken
(werkwoord) [alg.] controleren, nakijken, nazien; afvinken - U wil dit model? Even nazien of dat op voorraad is. - Voor je het vliegtuig neemt, vink af op je lijst of je alles bij je hebt!
Vindpunt.nl
(werkwoord) [alg.] controleren, nakijken, nazien; afvinken - U wil dit model? Even nazien of dat op voorraad is. - Voor je het vliegtuig neemt, vink af op je lijst of je alles bij je hebt!
Marc De Coster
1) (1951 maar ca. 1960+ als jeugd) bekijken; kijken (naar). 'Check you' betekent dan weer: ik zie je, ik spreek je. Zie ook: check me dan; ik check je. • En wie alleen is 'checkt' een van de anderen. Dat is ook een afscheidsgroet, vergelijkbaar met 'siesje': " Ik check je." Met een beetje mazzel 'check' je op zo'n avond, 'een wijf...
Nu slechts 21,95!
Nederlandstalige WikiWoordenboek
checken - Werkwoord 1. (ov) controleren, nakijken ♢ Check jij even of de post er al is? Woordherkomst Van het Engelse to check. Verwante begrippen controleren, kijken, aflezen, nakijken, toezien, nazien
Nederlands woordenboek voor onderwijs
checken - regelmatig werkwoord uitspraak: chec-ken 1. nagaan of iets in orde is ♢ hij checkte de rekening voor hij betaalde Regelmatig werkwoord: chec-ken ik check jij/u checkt ...
Woordenboek vreemde woorden
[Eng. to check = eig.: schaak zetten bij schaakspel] controleren, verifiëren,
Nederlandse encyclopedie
[Eng. to check] (checkte, heeft gecheckt), gegevens door vergelijking controleren, verifiëren, natrekken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.