Chair
vlees, vruchtvlees; les chairs, het naakt [in de kunst]; chair à canon, kanonnenvlees; hacher menu comme chair à pâté, fijnhakken, in stukjes hakken; chair de sa chair, zijn eigen vlees en bloed; chair de poule, kippenvel; être de chair, ook maar een mens zijn; être bien en chair, goed in zijn vlees zitten; en...