Wat is de betekenis van centrum?

2023-10-02
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

centrum

centrum - Zelfstandignaamwoord 1. middelpunt,in het midden gelegen Utrecht ligt niet alleen maar in het centrum van de provincie maar ook in het centrum van Nederland. 2. binnenstad Hij woont in het centrum van Almelo. 3. plaats waar bepaalde a...

2023-10-02
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

centrum

centrum - zelfstandig naamwoord uitspraak: cen-trum 1. punt of gebied in het midden ♢ het station ligt in het centrum van de stad 2. gebouw met een speciale bestemming ♢ een winkelcentrum...

Direct toegang tot alle 20 resultaten over centrum?

Word nu vriend van Ensie
2023-10-02
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Centrum

o., middelpunt; punt van vereniging; staatkundige partij, die in het parlement in het midden zetelt; in vroegere Duitse Rijksdag de Katholieke Staatspartij.

2023-10-02
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

CENTRUM

politieke groepering, ontstaan in het midden van de 19de eeuw in Pruisen, was geen confessioneel-katholieke partij, maar bevatte wel hoofdzakelijk Katholieken. De partij zocht voor zich een plaats tegenover de geweldpolitiek van Bismarck in land- en rijksdag, vooral na de annexatie van Hannover, uit welk land het ook zijn leider Windthorst kreeg, e...

2023-10-02
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Centrum

1. Lat. voor het ruimtelijke midden van het lichaam, van een deel van het lichaam of van een orgaan. Een groeicentrum is de plaats waar de groei plaats vindt;2. het fysiologische midden van een orgaan of orgaansysteem d.w.z. dat deel er van waar alle (althans de meeste) prikkels van uitgaan, samenkomen, verwerkt of geregeld worden. Zo is het hart h...

2023-10-02
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Centrum

s.n., sintrum (it), sintrom (it).

2023-10-02
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Centrum

(Lat.), o. (-s, centra), 1. middelpunt, verenigingspunt ; 2. om het middelpunt gelegen deel: het centrum van een stad, van een land ; — middengedeelte van een leger te velde en van een oorlogsvloot; 3. punt van waar werkingen uitgaan, resp. waar zij samenkomen : de grote steden zijn de centra der beschaving ; — politiek...

2023-10-02
Vreemde woorden in de natuurkunde en namen der chemische elementen

Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)

Centrum

(Lat.; = Gr. xévrpov (kéntron)). Middelpunt, vast punt. Hiervan afgeleid het adjectief centrisch.

2023-10-02
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Centrum

(1), benaming voor die partijen, welke tussen rechts en links een middenstandpunt innemen, vooral gebruikelijk in Frankrijk en Spanje. In Ned. sprak men voorheen nooit van C.; tegenwoordig duidt men als zodanig de Christelijk-Historische Unie en de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie wel aan. In Duitsland heette van 1870-1933 de R.K. partij het...

2023-10-02
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

centrum

(Lat.) o. middelpunt, punt v. vereniging; (in politieke zin:) het midden v. d. vergaderzaal der afgevaardigden in een parlement; (in Duitsland;) voormalige club der Katholieke Rijksdagleden; gematigde partij, tussen de oppositie en de regeringspartij.

2023-10-02
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

CENTRUM

(1, wiskunde). Onder het centrum (of middelpunt) van een kromme of van een oppervlak verstaat men het punt, dat van alle punten van bedoelde kromme of oppervlak evenver verwijderd is. Zo spreekt men van het centrum van een cirkel, van een kegelsnede of van een bol enz. (z centrale projectie). In de groepentheorie verstaat men onder he...

2023-10-02
Vreemde woorden in de Sterrenkunde

Prof. Dr. P.H. van Laer (1942)

Centrum

(Lat.; = Gr. xévvpov (kentron)). Middelpunt.

2023-10-02
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

centrum

o. (Lat.) centra; (Ned.) centrums (Lat. [Gr. kentron = stekel, nagel in het midden der schijf]: middelpunt, punt van vereniging; politiek midden van de vergaderzaal der afgevaardigden; de aldaar zittende afgevaardigden; Duitsland: vroegere parlements partij inz. uit Katholieke afgevaardigden bestaande, in 1870 te Berlijn gesticht naar het program v...

2023-10-02
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

centrum

(Lat.), o. middelpunt, in Duitsland voormalige Duits Katholieke Staatspartij; gematigde partij,.

2023-10-02
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Centrum

in Duitschland, 1871 opger. politieke partij, overwegend R.K.

2023-10-02
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Centrum

Centrum - 1° (wiskunde) → Middelpunt. 2° Naam van politieke partij en in vsch. landen, afgeleid van de zitplaats van haar afgevaardigden in de vergaderzalen der Kamer. Meest bekend is het Duitsche Centrum. Deze partij streefde naar doorvoering der Katholieke beginselen in Staat en Maatschappij. Reeds in 1848, in het Bondsparlement te F...

2023-10-02
Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Centrum

Middelpunt van een toonsoort. Zie ook tonica, finalis en toonsoort.

2023-10-02
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

centrum

o. (-s, ...tra) [Lat.] 1. Algm. middelpunt, verenigingspunt. Tgst. periferie. 2. Centrum Inz. katolieke partij in de Duitse Rijksdag tot 1933.

2023-10-02
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Centrum

(lat.), middelpunt, a. in de ontleedk., C. nervosum Willisii, ganglion solare. C. semiovale Vieussenii s. Vicq d’Azyr, de witte stof der groote hersenen, zooals men die op een horizontale doorsnede ter hoogte van de bovenvlakte van den balk ziet. C. tendineum, zie Diaphragma. b. in de physiologie, een plaats in het centrale zenuwstelsel, die...

2023-10-02
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Centrum

(Lat.), middelpunt, a. in de ontleedk., C. nervósum Willisii, ganglion solare. C. semiovale Vieussenii s. Vicq d’Azyr, de witte stof der grote hersenen, zoals men die op een horizontale doorsnede ter hoogte van de bovenvlakte van de balk ziet. C. tendinéum, zie Diaphragma. b. in de physiologie, een plaats in het centrale zenuwst...