Wat is de betekenis van centraal?

centraal - Bijvoeglijk naamwoord 1. in het midden gelegen ♢ - Het centraal station van Brussel is zondag aan het eind van de ochtend enige tijd ontruimd geweest op last van de politie. ♢ - centrale ligging van Amersfoort maakt het tot een van de meest geliefd...

centraal - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: cen-traal 1. wat in het midden ligt ♢ dit restaurant ligt centraal in de stad 2. wat het middelpunt vormt ♢ Jeffrey is een centrale figuur in dit bedr...

Centraal - Bioscoop aan Nieuwendijk 67, was met 134 zitplaatsen de kleinste bioscoop van Nederland. Deze bioscoop, in 1920 geopend, vertoonde, evenals cinema Parisien*, vecht- en seksfilms, die de belangstelling van een bepaald soort publiek trokken. Beide bioscopen moesten wijken voor de uitbreiding van hotel Victoria*.

in het midden gelegen; het middelpunt vormend; in het centrum; van een punt uit

centraal - In of nabij het midden van iets.

in het middelpunt.

middelpuntig; in het midden gelegen; van een middelpunt uitgaand.

centralis, tot het centrum (zie aldaar) of de centra behorende, dan wel daarvan afkomstig (centrifugaal) of daarop gericht (centripetaal). Het woord wordt zeer veel gebruikt bij de fysiologie van het zenuwstelsel; het tegengestelde is perifeer. Een centrale verlamming is een verlamming door beschadiging van het centrale neuron: de zenuwcel in de gr...

{Lat. centrum = midden). Letterlijk: betrekking hebbend op, gelegen in het midden. Afgeleide betekenis: belangrijkste, hoofd- en dikwijls enig (punt of lichaam:. Centrale verwarming: verwarming uitgaand van één verwarmingslichaam; c. bureau, bureau, dat de gehele gang van zaken regelt en waar uiteindelijk alle gegevens verzameld worde...