centenbak
1) (1920+) (sch.) vooruitstekende kin. • Frans Lode, gelig van tronie, herculische krachtpatser, met een vooruitstekende onderkaak als een centenbak, kwartjesvinder en falsaris, kwam Harmen waarschuwen dat ze afgelegd wierden achter de mieg-tiejeis. (Israël Querido, De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 4: Mooie Karel. 1924) &b...