Wat is de betekenis van Ceder?

2024-04-19
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Ceder

De ceder, cedrus in het Latijn, is een naaldboom die behoort tot het naaldbomengeslacht van de Pinaceaën en komt veel voor in de bergen van landen rond de Middellandse Zee. Net als de cipres wordt de ceder gewaardeerd om zijn duurzaamheid. De Libanon-ceder groeit op hoogtes van 1.000-2.200 meter en komt voor in Libanon, Turkije, Marokko, Alger...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ceder

ceder - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) Cedrus, een boom uit het geslacht van coniferen dat behoort tot de dennenfamilie Ceders hebben een bast die bestaat uit dikke ribbels of vierkante richels en wijduitstaande, rechte takken.

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ceder

ceder - zelfstandig naamwoord uitspraak: se-der 1. altijd groene naaldboom met takken in lagen ♢ het hout van de ceder ruikt lekker en is erg duurzaam Zelfstandig naamwoord: se-der de ceder ...

2024-04-19
Klokkenlexicon

Jaap Zeeman (2011)

ceder

Lat.: Cederella odorata. Afkomstig uit Zuid Europa en klein Azië. Voornamelijk in Engeland als constructiehout voor meubelen en klokkasten gebruikt. f: cèdre d: Zeder e: cedar

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Ceder

altijdgroene naaldboom

2024-04-19
Prisma van de symbolen

Hans Biedermann (1992)

ceder

(Gr. kedros, Lat. cedrus), een net als de cipres om zijn duurzaamheid gewaardeerde naaldboom, die veel in landen rond de Middellandse Zee voorkomt. Bekend is de Libanon-ceder (aldaar thans sporadisch, maar nog in het wapen aanwezig), die al in de Egyptische oudheid in het houtarme land van de Nijl geïmporteerd werd.

2024-04-19
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

ceder

ceder - Genus van groenblijvende coniferen.

2024-04-19
De Tale Kanaäns woordenboek

J. van Delden (1982)

ceder

een conifeer (Cedrus libani).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

ceder

1. (de, -s), loofboom met zeer grote, geveerd samengestelde bladeren en groenachtige bloemen in grote pluimen (Cedrela odorata, Mahoniefamilie). Cedrela odorata L., ceder, levert eveneens waardevol hout. ( ) Het bekende Surinaamse houtsnijwerk is bijna altijd van cederhout vervaardigd (WB e.a. 158). 2. (de), hout van deze boom. Ceder ( ) is een hou...