Wat is de betekenis van categorisch?

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

categorisch

Het begrip categorisch heeft 2 verschillende betekenissen: 1) betrekking hebbend op categorieën. betrekking hebbend op een indeling in categorieën. 2) onvoorwaardelijk. onvoorwaardelijk; stellig; vastbesloten.

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

categorisch

categorisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. betrekking hebbend op een indeling in categorieën De categorische indeling van WikiWoordenboek heeft tot doel de informatie op meer dan een wijze toegankelijk en terugvindbaar te maken. 2. in alle toonaarden, met klem Daaro...

2024-03-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Categorisch

onvoorwaardelijk, stellig, vrij van twijfel (bijv.: iets categorisch weigeren, iets categorisch ontkennen); categorische imperatief, (in stelsel van I. Kant) gewetensgebod als grond der morele wet, onvoorwaardelijke geldigheid van wat zedelijkheidsbesef of rede gebiedt.

2024-03-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Categorisch

(kategorisch) onvoorwaardelijk; onomwonden

2024-03-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Categorisch

tot eenzelfde klasse behorend; bepaald, afdoend, stellig; zonder omwegen; categorische imperatief: onvoorwaardelijk gebod, zedewet (bij Kant).

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Categorisch

bn. bw., 1. onvoorwaardelijk, bepaald, positief, vrij van alle twijfelachtigheid: een categorisch antwoord; iets categorisch weigeren ; — een categorische imperatief, in de zedeleer van Kant een onvoorwaardelijk bevel, algemeen geldig gebod van de wet der zedelijkheid; 2. een categorische vereniging, een groepvereniging.

2024-03-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Categorisch

onvoorwaardelijk. Tegenstelling: hypothetisch, bij wijze van vooronderstelling.

2024-03-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

categorisch

onvoorwaardelijk, onomwonden, stellig; zonder omwegen; ~e imperativus, m. onvoorwaardelijk gebod der rede, onafwijsbare geldigheid v. d. wet der zedelijkheid (in de leer van Kant); ~e verenigingen, groepsverenigingen.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Categorisch

heten in de Logica en de Ethiek van Kant een stelling en een gebod, die onvoorwaardelijk geldig worden verklaard, in tegenstelling tot een hypothetisch of geconditionneerd geldig oordeel of gebod (z imperatief, categorische) .