cash
(bijvoeglijk naamwoord) [fin.] contant, baar - Kan ik hier contant betalen? Ja, betaalt u maar baar.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(bijvoeglijk naamwoord) [fin.] contant, baar - Kan ik hier contant betalen? Ja, betaalt u maar baar.
Wiktionary (2019)
cash - Bijvoeglijk naamwoord 1. contant ♢ De drugsdealer werd met cash geld betaald. cash - Zelfstandignaamwoord 1. (financieel), (economie) contant geld ♢ Hij betaalde de ober met cash. Woordherkomst Leenwoord uit het Engels...
Muiswerk Educatief (2017)
cash - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: kesj 1. meteen bij aankoop, met bankbiljetten en munten ♢ je moet hier cash betalen, er is geen pinapparaat Bijvoeglijk naamwoord: kesj
Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)
cash - Engelse term voor contant geld. Soms worden ook gemakkelijk verhandelbare obligaties in Amerika als cash bestempeld.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Eng., van OFr. casse (thans Fr. caisse), van Lat. capsa = doos, kist, van capere = houden] eig.: kassageld; contant geld.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: