casco
...
Van Dale Uitgevers (1950)
(Sp.), m. (-’s), 1. scheepsromp, zonder tuig of takelage ; 2. bij het verzekeringswezen: het schip met de uitrusting (tgov. de lading); 3. (ombersp.) het kopen der nodige kaarten, wanneer de speler de schoppen- en klaverenaas hebbende, zich op een bloot toeval verlaat en niet zelden daardoor bête wordt.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
casco - Zelfstandignaamwoord 1. romp van een gebouw, auto of schip dus zonder de inrichting ♢ Het gebouw is gestript tot het casco van beton en staal. Synoniemen scheepsromp
Willem G. Keeris (2018-2019)
Casco is het in de bouw- en vastgoedmarkt meestal gehanteerde, niet gespecificeerde begrip, waarmee de draagstructuur van een vastgoedobject wordt aangeduid. Ook wel genoemd: drager en hoofddraagconstructie. Zie ook: bouw, constructie (bouwkundig), drager (bouwkundig), harde-constructie (bouwkun-dig), hoofddraagconstructie, markt, vastgoedmarkt en...
Muiswerk Educatief (2017)
casco - zelfstandig naamwoord uitspraak: kas-ko 1. kale romp van een gebouw, auto etc. ♢ toen ik het huis kocht was het een casco van beton en staal Zelfstandig naamwoord: kas-ko het casco ...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: