Wat is de betekenis van cargo?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

cargo

Het begrip cargo heeft 2 verschillende betekenissen: 1) vracht. vracht; in het bijzonder: vracht van een schip of vliegtuig. 2) vrachtschip. schip voor goederenvervoer; vrachtschip.

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

cargo

cargo - Zelfstandignaamwoord 1. de goederen vervoerd door een voertuig Een vrachtwagen mag zich niet door een stad begeven als hij gevaarlijke cargo vervoert. 2. een schip dat goederen vervoert Piraten kapen Griekse cargo in Golf van Aden (Het Laatste Nie...

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Cargo

[Sp. = last; zie carga] scheepslading.

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Cargo

scheepslading; vrachtschip

2024-04-24
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Cargo

scheepslading; cargoverzekering = verzekering van de lading van een schip.

2024-04-24
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Cargo

vrachtboot.

2024-04-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Cargo

i (scheeps) lading, vracht.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Cargo

(Eng.), v. (-’s), vrachtschip.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Cargo

m. lading; last, gewicht; debet; waardigheid, betrekking, ambt; verplichting, taak, opdracht; a mi cargo, te mijnen laste; cargo de conciencia, gewetensbezwaar; hacer cargo a uno de alguna cosa, iemand iets verwijten; hacerse cargo de alguna cosa, zich met iets belasten; iets beseffen; ser en cargo a uno, iemands schuldenaar zijn.